Frouke Sondeijker: ‘Draai het om: breng de professionals naar het gezin.’

195 keer bekeken {0} reacties

Een ingrijpende gebeurtenis die heeft geleid tot haar passie voor dit werk; Frouke vertelt over het verleden én de twee projecten waar zij nu aan werkt: VoorZorg Late Start en Betere Samenwerking LVB-doelgroep.

Het is 24 juni, de dag van het interview met Frouke. Een dag die zij, 14 jaar later, nooit meer vergeet. ‘Deze interviewreeks staat stil bij wat ons als projectleiders van het ZonMw-programma Onbedoelde zwangerschap en kwetsbaar (jong) ouderschap drijft,’ begint Frouke openhartig. ‘Ik denk dat mijn drijfveer begint op die bewuste dinsdag 24 juni 2008. Toen verloor ik mijn eerste kindje. Sindsdien vier ik die dag, inmiddels samen met mijn 2 andere kinderen. We eten dan een taartje ter ere van haar verjaardag, vieren het leven. Daarmee is 14 jaar geleden bij mij een hele sterke motivatie geboren om de start voor kwetsbare kinderen en ouders beter te maken. Ook als het misgaat.’

Binding met de praktijk

‘Als onderzoeker heb ik er altijd voor gezorgd dat ik binding houd met de praktijk,’ vertelt Frouke bevlogen. ‘Als kinder- en jeugdpsycholoog blijf ik zo betrokken en zicht houden op de problematiek bij kwetsbare kinderen en jongeren en de samenwerking tussen professionals in de jeugdhulp. Die thema’s vormen tenslotte een rode draad in mijn onderzoeken.’

Wrap around care

Met steun van het ZonMw-programma legt Frouke zich toe op niet 1, maar 2 projecten. Het ene project, VoorZorg Late Start, bekijkt de inzet van passende zorg bij zeer kwetsbaar (jong) ouderschap na 28 weken zwangerschap en de ander richt zich op een betere samenwerking voor de LVB-doelgroep in Harderwijk. Over dat tweede project vroeg Annick Zijlstra zich af of de focus vooral medische zorg is of dat het om het complete netwerk gaat, inclusief (al eerder betrokken) hulpverleners van bijvoorbeeld de Kinderbescherming. Frouke: ‘We kijken naar het hele netwerk in Harderwijk. Het is een actie-onderzoek dat zich uitstrekt van huisartsen tot gynaecologen, van GGD tot jeugdgezondheidszorg, van kraamhulpen tot verloskundigen en specialistische zorg. In dat grote consortium, dat als uitdaging heeft slagvaardiger te worden, zetten we de cliënt centraal. Dat gaat uit van het “wraparound care model”: je brengt niet het gezin naar de professionals, maar de professionals werken samen rond dat gezin.’

Beter signaleren en communiceren

Frouke: ‘We zijn vaak te laat met de ontdekking dat een (aanstaande) moeder licht verstandelijk beperkt is. De gevolgen hiervan kunnen ontzettend groot zijn. Het begint met een verkeerde bejegening en kan eindigen met een uithuisplaatsing. De interpretatie is dat de ouders niet willen meewerken, maar eigenlijk kúnnen ze het gewoon niet. Dat moeten we voorkomen. Ik ken verhalen van 10 hulpverleners rond 1 gezin die elkaar niet kennen. Of van moeders die hun baan moeten opzeggen om naar alle afspraken met hulpverleners te kunnen gaan. Beter signaleren én communiceren is kortom de manier om deze kwetsbare ouders beter te ondersteunen.’

Trots

Bij het andere onderzoek werkt Frouke wat meer op de achtergrond. De bewezen interventie VoorZorg wordt verder ontwikkeld voor zeer kwetsbare zwangeren die pas heel laat in de zwangerschap in beeld komen. ‘Door een opstapeling van problemen, vaak los van de zwangerschap, is er soms tot in het laatste trimester van de zwangerschap nog geen enkele verloskundige zorg geweest,’ legt Frouke uit. ‘Daarmee hebben ze zo’n 10 tot 20 huisbezoeken van VoorZorg gemist. Het was best een exercitie om de interventie om te bouwen en ervoor te zorgen dat de (aanstaande) moeders tot 2 jaar na de bevalling alsnog voorbereid worden en de benodigde praktische ondersteuning krijgen. De vraag naar de training VoorZorg Late Start is groot, dus die gaan we waarschijnlijk herhalen in het najaar. Dat is wel een resultaat waar we trots op zijn, want zo kunnen meer gezinnen, ook al komen ze laat in beeld, hopelijk toch passende hulp krijgen.’

Ik geef het stokje door aan…

‘Voor Merel Sprenger van de Rise UP studie heb ik niet 1, maar 2 vragen,’ besluit Frouke. ‘Ik ben namelijk benieuwd wat volgens haar een zwangerschap onbedoeld maakt. En die vraag beantwoordt; wanneer ga je interveniëren en hoe betrek je eventuele vaders hierbij? Oh, dat zijn eigenlijk 3 vragen,’ lacht ze. ‘Nou ja, misschien wil ze dus meer vertellen over de aanpak van het project, daar ben ik wel nieuwsgierig naar.’

Lees hier het interview met Merel Sprenger

Neem contact op met Frouke

Afbeeldingen

Bekijk ook

Cookie-instellingen