Zowel haar antropologen-blik als haar nuchtere kijk kenmerkt Marijke Sniekers: ‘Een kind opvoeden is lastig voor alle leeftijden. De struggles van jonge ouders worden vaak gekoppeld aan hun leeftijd, maar hebben meestal te maken met het ouderschap.’ Haar onbevooroordeelde kijk is vast een pre voor het onderzoek waarvan ze projectleider is: integrale begeleiding van jonge ouders in Heerlen.
Moederschapscultuur
Na Papoea-Nieuw-Guinea, waar ze zich bezighield met gendervraagstukken en de man-vrouwverhouding, keerde ze terug naar Nederland. Daar wachtte een baan als tutor op Zuyd Hogeschool. Even later werd dat docentschap en promotie-onderzoek, waarbij ze zich volledig richtte op jong moederschap. “Hoe is het om in Nederland jong moeder te worden?” is de vraag die daarbij centraal staat. Marijke zegt hierover: ‘Ons land heeft echt een moederschapscultuur. Het idee “je krijgt geen kinderen om ze vervolgens weg te stoppen op een crèche,” is erg sterk. Jonge moeders hebben last van die druk, want ze worden ook geacht hun school nog af te maken of te werken. En dan bestaan er over jonge moeders ook veel vooroordelen. Het zal wel een foutje zijn, er is vast geen vader in beeld, en meer van die aannames die veelal niet opgaan. Wat ik vooral zie zijn jonge vrouwen die de touwtjes in handen hebben, verantwoordelijkheid laten zien, bewust keuzes maken. Vaak gaat het gewoon goed. Natuurlijk, er zijn dingen die beter kunnen, maar geldt dat niet voor alle leeftijden?’
Hoe betrekken we jonge vaders?
Marijke: ‘Door mijn onderzoek kwam ik in contact met jeugdprofessionals van het Jonge Ouder Project (JOP) in Heerlen. Voor de subsidieoproep van ZonMw besloten we de handen ineen te slaan. De werkwijze van JOP is namelijk gericht op het ondersteunen van jonge ouders, maar eigenlijk vinden vooral de moeders hen. “Hoe kunnen we ook die vaders betrekken?” was de prangende vraag. Ondanks dat we merkten hoe lastig dat kan zijn. Want als de relatie broos is, wil je als professional vooral de vrouw ondersteunen. Soms erkent de vader zijn kind niet of heeft hij geen gezag. Waar liggen dan de (juridische) grenzen wat je als professional wel en niet kunt doen? Zo ontdekten we dat de eigenlijke wens was om de huidige methodiek ook passend te maken voor de jonge vaders. Samen met de professionals en jonge ouders onderzoeken we wat er nodig is om die aansluiting voor elkaar te krijgen.’
Vaders buiten spel gezet
Marianne Cense, die tijdens een bijeenkomst van het Leernetwerk KOOZ eens bij Marijke in een subgroepje zat, vroeg zich af wat er nodig is om jonge vaders te bereiken en ze te interesseren om mee te werken. Marijke: ‘We zijn begonnen met de vaders waar de moeders wel een goede relatie mee hebben. Maar hen mee laten doen, bleek al geen sinecure… Waar zit ‘m dat in? Toen we een aantal vaders bereid vonden zich te laten interviewen, begonnen we dat wat beter te begrijpen: overal heerst het hardnekkige idee dat de opvoeder de moeder is. Vaders ervaren dat in de geboorte- en kraamzorg vaak alleen de vrouw wordt aangesproken. Zo wordt er wel eens op het consultatiebureau gezegd dat het beter is als de moeder komt als er prikjes gegeven worden en zo zijn er nog meer voorbeelden van vaders die automatisch buitenspel worden gezet. Het hele idee dat hun mening ertoe doet, is nieuw voor ze.’
Erkenning voor vaders
‘Maar goed,’ vervolgt Marijke, ‘we begrepen dus dat we creatief moeten zijn en anders moeten denken om mannen in het onderzoek te betrekken. Want we hebben hun denkkracht nodig om die methodiek aan te passen. Dus willen we bijvoorbeeld een social bootcamp organiseren voor jonge vaders; een idee van een student, omdat ze voor haar afstudeeronderzoek voor het JOP met jonge vaders optrok in hun dagelijks leven. Ook vragen we jonge vaders de nieuwe JOP-website mee te ontwikkelen en ondersteunen we hen breder. Tenslotte zitten ze met veel meer dan alleen wat simpele opvoedvragen. En we ontwikkelen een training om de professionals te ondersteunen om óók die vaders te betrekken. Zo krijgen ook zij de erkenning die ze verdienen. Dat ze er als papa mogen zijn.’
Ik geef het stokje door aan…
Marijke: ‘Net als ons project heeft ook het project van Rianne Kleijn als doelstelling om de sociale en medische domeinen meer met elkaar te verbinden, zodat kwetsbare vrouwen beter ondersteund worden. De methode die zij inzetten, “reflexieve monitoring in actie”, vind ik interessant. Hoe pakken ze dat aan en op welke resultaten hopen ze?’
Lees hier het interview met Rianne Kleijn
Neem contact op met Marijke