Tekst: Laura Jansma
“R4U is een vragenlijst waarmee wij achterhalen of de patiënten die wij zien ook andere zorg of ondersteuning nodig hebben dan de reguliere zorg die ze bij ons krijgen. Aan de hand van deze scoringslijst maak je een indicatie. De intakes (rond week 10 van de zwangerschap) duren een half uur. Dat is maar kort. Ik bereid me daarom goed voor, zodat ik niet alles hoef te vragen en kan focussen op wat belangrijk is. Uit het intakegesprek met de dokter, dat vlak ervoor plaatsvindt, kan ik namelijk al heel wat informatie halen. Zoals of het een tienerzwangerschap is en of iemand een partner heeft.”
Focus op risicosignalering
“Toen we anderhalf jaar geleden met de vernieuwde R4U gingen werken, kregen we een training van twee dagdelen over risicosignalering en gespreksvoering. Alle verpleegkundigen deden al jaren intakes, maar hier leerden we inzien hoe belangrijk het is om bij alle zwangeren gericht te vragen naar deze psychosociale factoren, zodat we vrouwen nog beter kunnen begeleiden tijdens hun zwangerschap. Ook leerden we hoe je dit uitlegt aan de zwangere en hoe je de vragen stelt en dit oefenden we in rollenspellen. Dat helpt je enorm vooruit. Zo’n training zou ik jaarlijks wel willen. Om focus te houden op het belang van signalering.”
Het gesprek
“Tijdens het intakegesprek begin ik met te zeggen dat ik eerst wat informatie geef en dat ik daarna ook wat informatie vraag. Ik licht natuurlijk toe wat ik wil weten en waarom: dat de vragen die we stellen bedoeld zijn om risico’s te achterhalen. Dat we een gezonde zwangerschap willen bevorderen en stress willen voorkomen in het belang van moeder en kind. ‘Ik wil samen met u bekijken wat we hierin eventueel voor u kunnen betekenen.’ Het is van groot belang om dat uit te leggen op een manier die aansluit bij het niveau en de beleving van de persoon die tegenover me zit. Mensen die echt geholpen willen worden zijn een en al oor, sommigen willen bijvoorbeeld graag stoppen met roken en geven dat gelijk aan. Tijdens het eerste deel van het gesprek, waarin ik informatie geef over onder meer de NIPT-test en over kraamzorg, vertelt iemand vaak vanzelf al wel wat. Vertelt zij bijvoorbeeld dat ze fijn werk en leuke collega’s heeft, dan is er dus werk en sociale steun. Of iemand zegt meteen al dat ze door haar vorige bevalling nu angst heeft. Daar haak ik dan natuurlijk gelijk op in: ‘goed dat je dat bespreekbaar maakt, laten we kijken wat we daaraan kunnen doen.’”
“Door de R4U-vragenlijst komt er meer diepgang in het gesprek met de zwangere. Het is daarom fijn om te doen. Het instrument geeft je veel houvast. Bij alle sociale risicofactoren staat heel duidelijk aangegeven hoe je daarnaar kunt vragen: met voorbeeldvragen in heldere taal. Je bespreekt dus bij iedereen op dezelfde manier dezelfde vragen. Dat tackelt ook gelijk je vooroordelen. Als er bepaalde factoren of problemen spelen, staat er ook aangegeven welke stappen je kunt zetten: er zijn zorgpaden met acties aangegeven.”
Lastig om te vragen, maar wél nodig
“Sommige vragen zijn best moeilijk om te stellen. Zoals: Heb je negatieve jeugdervaringen, was er sprake van verwaarlozing of mishandeling? Als iemand daar ja op zegt, vind ik dat indrukwekkend, maar ook heel dapper en dat zeg ik dan ook. Vervolgens zeg ik: ‘Dit is belangrijk, omdat het tijdens je zwangerschap en bevalling terug kan komen. We kunnen je hiervoor hulp aanbieden, als je dat zou willen. Dat is natuurlijk helemaal aan jou.’ Vaak is er al wel iets ondernomen. Ze kennen de weg naar een hulpverlener of er loopt nog hulpverlening. Soms meld ik iemand aan voor het POPP-MDO, een multidisciplinair overleg op het vlak van obstetrie, pediatrie (kindergeneeskunde), psychiatrie en psychosociale zorg om de zorg rond een patiënt te organiseren en coördineren.”
“Er komen door R4U zeker dingen op tafel die je anders niet zou zien. Ik vind het daarom ook belangrijk om overal naar te vragen. Zodat je niet uitgaat van je eigen subjectieve aannames. Je kunt de vraag over negatieve jeugdervaringen bijvoorbeeld bijna niet anders stellen dan zo letterlijk. Stel je voor dat je dit probeert te achterhalen door voorzichtig te vragen: ‘Had je een fijne jeugd? Dat levert een heel ander antwoord op.”
Verantwoordelijkheid nemen
“Door dit meetinstrument ontdek je: deze mevrouw zit in kwetsbare omstandigheden, daar moet ik wat mee. Je voelt je verantwoordelijker. Ik kan haar binnen ons ziekenhuis bijvoorbeeld verwijzen naar de maatschappelijk werker of naar de psychosociale zorg. Of naar Moeders van Rotterdam (wijkteam) of naar het Centrum voor Jeugd en Gezin. Deze acties kan ik desgewenst voor haar uitzetten. Ik zeg dan vaak dat ik later nog een keer terugbel. Als ik weet dat het loopt, laat ik het los.”
Het gaat steeds soepeler
“Naarmate de jaren voorbijgaan, gaat het steeds soepeler. Soms voelt het bijna alsof ik met iemand in het café zit die me vertelt over haar leven. Een enkele keer gebeurt het dat iemand heel weinig zegt. Dan ben je extra alert, want dat zijn toch wel mensen die liever niet alles bloot leggen. Dat dwingt me dan om het wat strakker te doen en alle items na te lopen, om toch alle informatie te krijgen. Of mensen altijd wel eerlijk antwoord durven geven, dat weet je natuurlijk nooit, maar ik denk van wel. Ook omdat je uitlegt dat het voor het welzijn van baby en moeder is en aangeeft: we zijn er voor u om samen te beslissen of u nog iets anders nodig heeft. Ik merk wel dat als er geen partner bij is, men zich vaak wat vrijer uitspreekt.”
Tips
Voor professionals die het lastig vinden om bij ouders naar kwetsbare omstandigheden te vragen, heeft Annette Baas deze tip:
- “Je moet het gewoon veel doen en daarbij soms met je billen bloot gaan. Soms vraag je het gewoon onhandig, daar leer je dan weer van. Blijf leren. Iedereen doet het op z’n eigen manier.”
R4U
De ‘Rotterdam Reproduction Risk Reduction checklist’ (R4U) is een gevalideerde risicosignaleringsvragenlijst die in 2012 door het Erasmus MC is ontwikkeld en die sindsdien door verloskundig zorgverleners in het hele land wordt gebruikt. Begin 2022 is de R4U vernieuwd, waarbij het zwaartepunt is komen te liggen op het screenen van psychosociale risicofactoren. De risicosignalering richt zich op deze domeinen: gezinssituatie, werk en inkomen, communicatie en opleiding, leefstijl, vorige zwangerschap, huidige zwangerschap, mentaal welzijn, hechting en ouderschap.
Door psychosociale risico’s systematisch in kaart te brengen, wordt gerichte zorgtoeleiding mogelijk. In Rotterdam zijn hiervoor speciale zorgpaden ontwikkeld, die toeleiden naar zorg- en hulpverlenende instanties, zoals Moeders van Rotterdam (wijkteam), GGZ en Veilig Thuis. Zie factsheet R4U
*Bekijk de video op YouTube